Doorbreek discriminatie en racisme. Begin in je eigen huis

Racisme en discriminatie

Leven in een multiculturele samenleving; het klinkt zo mooi en zo makkelijk. Toch blijkt in de praktijk dat het omgaan en samenleven met andere culturen voor veel mensen knap lastig is. Racisme en discriminatie zijn nog steeds aan de orde van de dag. Op straat, op het werk en op scholen. Om écht samen te leven, moeten we racisme en discriminatie bestrijden. Maar waar moet je beginnen? Het antwoord is simpel en tegelijkertijd ook ingewikkeld: bij jezelf en je kinderen.


Word bewust van je eigen vooroordelen

Discriminatie is het koppelen van negatieve eigenschappen aan iemands huidskleur, sekse, geloof, geboorteland of uiterlijke kenmerken. Om een paar voorbeelden te noemen: ‘Die Marokkaan is vast een crimineel’ of ‘Vrouwen kunnen meestal toch niet zo goed leidinggeven omdat ze te emotioneel zijn’. Bij dit soort uitspraken koppel je een vooroordeel aan een persoon of een groep zonder dat hier bewijs voor is. Vaak doe je dat zonder er bewust bij stil te staan. Je gaat er gewoon vanuit dat het zo is. Om daarmee te stoppen moet je dus echt een knop omzetten in je hoofd. 


Jong geleerd, is fout gedaan

De vooroordelen die je hebt, zijn bijna altijd aangeleerd. Door je ouders, je grootouders of door je vrienden. Het is makkelijk om de mening van anderen als waarheid te zien, zeker wanneer je jong bent. Als die ‘waarheden’ eenmaal in je hoofd zitten, gaan ze er niet snel meer weg. Het is dus voor ouders belangrijk om te beseffen dat hun ‘foute’ gedachten, heel makkelijk over te dragen zijn op hun kinderen. Dat geldt overigens voor ALLE ouders. Het is net zo onjuist om te denken dat alle witte mensen leugenaars zijn, als om te denken dat alle zwarte mensen lui zijn, of alle homoseksuele mannen slappelingen zijn. 
 

Iedereen is uniek

Het eerste en belangrijkste om te veranderen in je gedachten is het zinnetje: ‘alle ….zijn’. Deze manier van denken heet generaliseren. Je verbindt een negatieve eigenschap aan een hele groep. Dat is gek want je weet best dat mensen niet hetzelfde zijn. Als jij een witte vrouw van 35 bent, wil dat niet zeggen dat jij hetzelfde bent als je witte buurvrouw van 35. Door niet meer te generaliseren heb je een goede start gemaakt in het doorbreken van discriminatie. Je krijgt meer ruimte in je hoofd om naar iedere unieke persoon op zich te kijken.

Deze goede gewoonte kun je ook aan je kinderen leren. Kijk buiten eens goed naar de mensen die voorbij komen en praat over wat je ziet en wat je daarbij denkt. Zien jullie een oude man die een beetje krom loopt, wat denk je daar dan bij? Dat die man zielig is, pijn heeft, eenzaam is? Maar kun je dat eigenlijk wel weten door alleen naar deze man te kijken? Het antwoord is nee. Om erachter te komen wie deze man is en wat hij voelt, zou je met hem moeten gaan praten en hem leren kennen.
 

Wees niet bang voor mensen die anders zijn

Van nature zijn wij, mensen, bang voor dingen die anders zijn dan wat we gewend zijn. Dat geldt ook voor mensen die we ‘anders’ vinden. Of het nu een andere huidskleur, een andere taal, andere kleding of een ander geloof is, we vinden het een beetje eng. Maar zolang we niet accepteren dat ieder mens anders is, blijven we altijd op ons eigen eilandje zitten en leren we niets van elkaar. Geef je kinderen dus het goede voorbeeld en zet je angst en twijfels opzij. Zie dingen en mensen die anders zijn niet als bedreigend, maar als interessant. Ga in gesprek. Je kinderen zullen dit voorbeeld volgen en zo bestaat de kans dat er een discriminatievrije generatie opgroeit.